concert: vroege kamermuziek van Hanns Eisler
Op zondag 29 september ging ik naar vroege kamermuziek van Hanns Eisler, en wel naar de Duo-Sonate voor viool en cello en het Strijktrio, die Doris met Maaike Aarts en Asdis Valdimarsdottír om kwart over tien ’s ochtends zou spelen in het Amsterdamse Universiteitstheater in het kader van de Eislerdagen.
Ik was keurig iets voor tienen in de Doelenstraat en op zoek naar het Universiteitstheater zag ik aan de overkant een kartonnen bord waarop stond dat ik één pand terug moest. Toen ik er voor de deur stond, ging die vanzelf open. Aan een tafeltje zat een man, maar toen ik bij hem een toegangsbewijs wilde kopen, antwoordde hij dat hij de programma’s verkocht en dat ik voor een kaartje een trap op moest om me weer bij een andere man te melden. Hij had geen wisselgeld, dus stelde ik voor hem te betalen als ik mijn kaartje gekocht had. Hij vond dat een goed idee en ik mocht het programma al vast meenemen. De man boven had alleen maar munten als wisselgeld, maar ik vond dat prima. Bovendien zei hij dat hij zelf wel even naar beneden zou lopen om mijn programma te betalen. Maar eerst zou hij mij via een sluiproute naar de zaal brengen (het concert was namelijk al bezig, ik kwam voor het tweede ensemble). Het was pikdonker en ik was dan ook verbaasd toen hij me op een gegeven ogenblik wees op een man die mij verder zou helpen. Ik zag namelijk helemaal geen man – totdat mijn ogen aan de duisternis gewend raakten. Het was erg eng allemaal en dus vroeg ik die man of ik op zijn arm mocht leunen en zo kwam ik uiteindelijk op een stoel terecht.
Het was goed tien uur en het eerste onderdeel liep ten einde. De ceremoniemeester kondigde vervolgens, in het Duits, het strijktrio aan. Maar er kwam natuurlijk niemand, het was immers amper tien uur. De ceremoniemeester raakte nogal in verwarring, vroeg zich af waar de dames toch waren, of hij misschien een koffiepauze moest inlassen, en ook mijn in het Duits geformuleerde mededeling dat de dames ervan uit gingen dat zij pas om kwart over tien hoefden op te treden, vermocht hem niet tot rust te brengen.
Maar uiteindelijk kwam alles toch nog goed. En wat een geweldige componist is die Eisler toch. Ook in deze vroege kamermuziek, die ik alleen van opnamen kende en nog nooit in de concertzaal had gehoord. Zoals ik me bij elke uitvoering van een symfonie van Dmitrij Sjostakovitsj afvraag waarom Eisler’s Deutsche Symfonie nooit gespeeld wordt.