Vlaanderen in mijn coronatijd

Van een aantal zaken verkies ik zonder enig voorbehoud de Vlaamse variant: de VRT-nieuwsuitzendingen, de VRT-nieuwsrubriek Terzake (beide met enige vertraging terug te zien via internet) en natuurlijk de wielerkoersen met commentaar van Michel Wuyts en José de Cauwer. Daaraan ben ik zo gehecht dat ik koersen zonder Michel en José nog maar zelden bekijk. Gelukkig hebben we ook nog het Groot Vlaams Wielerwoordenboek dat Michel samen met Ann De Craemer heeft samengesteld (“Verenig een wielercommentator met een hart voor taal en een taalcolumniste met een passie voor koers”, lees je op de website van Libris.nl).

Ik ben dol op de Vlaamse literatuur, alleen al om de wijze waarop Vlaamse auteurs taal hanteren. Natuurlijk is Jeroen Brouwers onovertrefbaar op dat gebied, maar die woont volgens mij al sinds jaar en dag in Vlaanderen.

De VRT-website heeft op het ogenblik een rubriek over ‘bloedige plekken’ uit het verleden. Zo leerde ik over de ‘slag bij Kermt’. Ik had vroeger op school natuurlijk wel van de Tiendaagse Veldtocht gehoord, waarin de noorderlingen de gekwetste eer wilden oppoetsen, herinnerde me ook nog wel vaag dat die in 1831 was. Maar nu weet ik dat het eigenlijke veldslagje plaats vond op 7 augustus, dat die avond de champagne klaarblijkelijk rijkelijk door de Belgische kelen vloeide, dat er ook Oranjegezinde Belgen waren zoals Monsieur of beter Mister Coquerill, dat ze de volgende dag het slagje nog eens dunnetjes over deden en dat de nieuwbakken Belgische koning op illegale wijze het Franse leger te hulp riep, waarop de noordelingen een goed heenkomen zochten en zichzelf tot overwinnaar uitriepen. Uiteindelijk hield Nederland daar wel Zeeuws-Vlaanderen aan over – waarvan ik niet weet hoe leuk de Zeeuwse Vlamingen dat vinden. Dat slagje vond plaats bij Kermt en wordt meestal aangeduid als de Slag bij Hasselt. Maar ik vind de Slag bij Kermt leuker: dan zie je tenminste nog iets voor je als een soldaat die gewond ligt te kermen en lijkt het tenminste nog een klein beetje ergens op.

Terzake heeft twee uitstekende presentatrices, die meer kunnen dan een paar voorbereide vragen afvuren. Zij gaan echte gesprekken met hun gasten aan en reageren ook op wat die zeggen. Bovendien zijn er eigenlijk nooit meer dan twee onderwerpen zodat je kunt stellen dat in dit programma het ouderwetse ‘uitdiepen’ plaats vindt. Annelies Beck heeft bovendien ook een paar romans geschreven, die ik met veel genoegen gelezen heb.

Maar steun en toeverlaat in deze besloten coronatijden zijn de Vlaamse nieuwsankers, zoals dat zo mooi heet. Niks geen gekunstelde ‘objectiviteit’. De gesprekken met de uitgenodigde virologen, epidemiologen en biostatistici zijn zodanig helder dat de aanwezigheid van politici geleidelijk overbodig is, te meer daar die niet kunnen communiceren (maken we een uitzondering voor de gouverneur van de provincie Antwerpen) en zelfs al eens uit het raam geklommen en zo ontsnapt zijn. En als Goedele Wachters of Hanne Decoutere je aan het eind van het laatste nieuws een rustige, warme, veilige of anderszins mooie nacht wensen, ga je echt met een ander gevoel slapen.