Een week geleden bezocht ik in het Musée départemental breton in Quimper de expositie \’Artistes tchèques en Bretagne de l\’art nouveau au surréalisme\’. Een grappig toeval was dat ik tegelijkertijd de roman Falaise des fous van Patrick Grainville las, waarin Franse schilders (Boudin, Courbet, Manet, en vooral Monet) aanwezig zijn op de Normandische kust, bijvoorbeeld in Étretat, met zijn villa\’s en mensen die hun leven verdelen over Parijs en de Normandisches falaises. Hier niets geen villa\’s, maar het (arme) landleven, markttaferelen, de woeste zee, de steenblokken langs de kust die gemakkelijk iets cubistisch krijgen, het île de Sein. De oudste schilder is Hippolyt Sobeslav Pinkas, geboren in 1827, de jongste Jan Krizek, geboren in 1929. En toch vormt de expositie een mooie eenheid. Dat komt niet alleen door de fraaie inrichting in dit prachtige gebouw, maar ook door de Bretonse adem.
|