Eens in de paar jaar loop ik in de trein tussen Eindhoven en Amsterdam Jan Geevers tegen het lijf, in de tweede helft van de jaren 1960 mijn leraar Nederlands aan het Augustinianum. De vorige keer was trouwens laat op de avond in de Eindhovense stationshal, waar we ontdekten dat we in dezelfde trein van Amsterdam naar Eindhoven hadden gezeten, ik liep toen naar de taxistandplaats, Jan naar de fietsenstalling.
Afgelopen donderdag was het weer eens zo ver. Nu stapten we in hetzelfde rijtuig en konden we dus een kleine anderhalf uur ‘bijpraten’. Jan werd mijn leraar ergens halverwege mijn derde of vierde leerjaar, als invaller, oud-leerling en nog niet afgestudeerd student in Utrecht. Hij heeft het Augustinianum nooit meer verlaten en vertelde nu dat hij het er tot aan de dag van zijn pensioen – hij is inmiddels 80 – heel erg naar zijn zin heeft gehad.
Jan speelde viool en trad al snel als eerste en enige docent toe tot het schoolorkest, dat denk ik eigenlijk ook wel als leerlingenorkest was opgezet. Ook als leraar deed hij dingen die je niet onmiddellijk zou verwachten. Omdat hij het curriculum te beperkt en te beperkend vond, ging hij voorlezen uit Moedwil en misverstand van W.F. Hermans en een trimester lang organiseerde hij, na het laatste lesuur, voor wie daar zin in had een leesgroep die zich op Lucebert stortte.
Jan vertelde dat hij nu Spaans aan het leren is, maar dat dat toch een beetje langzaam gaat. Als verwoed fietser trekt hij tegenwoordig naar Spanje en volgt daar de sporen van Cees Nooteboom, ook een oud-leerling van het Augustinianum trouwens. In Eindhoven zet Jan zich als vrijwilliger in voor de educatieve concerten van de Philharmonie Zuidnederland.