We krijgen ook steeds maar te horen dat we met onze rug naar het publiek staan. Ik snapte dat eerst niet, ik zit met mijn rechterzijkant naar het publiek. Maar ik begrijp nu dat de opmerking uit een vorm van consumentistisch denken voortkomt. Consumentisme is onlosmakelijk verbonden met het marktfundamentalisme.
Er bestaat een overeenkomst tussen goede politici en goede musici. Goede politici zeggen niet wat de man en de vrouw in de straat zeggen of wat zij willen horen. In dat geval zouden zij slechts buiksprekerspoppen zijn, of beter nog: onderbuiksprekerspoppen. Een goed politicus ontwikkelt visies waar de man en de vrouw in de straat nog niet opgekomen waren. Helaas zijn de meeste politici zwak en daarom vormen politieke enquêtes een bedreiging voor onze democratie: veel politici bezwijken ervoor. Democratie is een vorm van balans en die wordt daardoor – en is op dit ogenblik – ernstig verstoord.
Goede musici verwennen het publiek niet alleen met schone zaken die het al kent, zij bieden het ook voortdurend nieuws aan, zodat het publiek zijn smaak verder kan ontwikkelen: een langzaam en geleidelijk verlopend proces. Dit noemen consumentisten 'met de rug naar het publiek staan'.