Gerekend vanaf 4 mei was ik binnen twee weken in drie verschillende Amsterdamse theaters.
Op 4 mei werkte ik mee aan de wereldpremière van de kameropera Het ware geweld van René Samson. De uitvoering vond, als onderdeel van Theater na de Dam, plaats in de Uilenburger Synagoge en begon na de dodenherdenking, om 21:00 uur. Herhalingen volgden op 11 mei, 12 mei en 14 mei, steeds op dezelfde lokatie. Alle vier uitvoeringen waren uitverkocht en de laatste werd opgenomen door de Concertzender.
Op 13 mei ging ik naar het Compagnietheater voor een uitvoering van de kinderopera Brundibar van Hans Krasa door het Nieuw Amsterdams Kinderkoor. Helaas was ik niet in de gelegenheid geweest naar een van de eerste twee uitvoeringen te gaan, omdat die op 4 mei samen vielen met Het ware geweld. Ook hier waren de vier uitvoeringen uitverkocht, of toch zo goed als. Helaas miste ik zo wel Ela Weissberger, overlevende van Terezin die daar in de opera had meegespeeld.
Op 18 mei tenslotte ging ik in de Melkweg naar de try out van een nieuwe opera van Robert Zuidam, A love unsung, door The Stolz Quartet. Het bijzondere aan deze opera is dat er niet in gezongen wordt. Het thema is een componist die geen inspiratie kan vinden, zijn muze doodt. Maar kan een muze wel gedood worden?