Afgelopen maandag maakte ik, hier in Yogyakarta, uit facebookberichten op dat vorige week vrijdag Ton Hartsuiker was overleden. Uit diezelfde facebookberichten bleek hoe belangrijk zijn radioprogramma Musica nova is geweest, hoeveel mensen langs die weg hedendaagse muziek hebben leren appreciëren.
Als ik het me goed herinner maakte ik Ton voor het eerst mee tijdens een masterclass hedendaagse muziek in Vught. Maar de echt concrete herinneringen dateren toch vanaf mijn conservatoriumtijd in Utrecht. Toen ik daar, overigens voor de tweede keer, werd aangenomen, had ik al een literatuurstudie in Utrecht en Parijs achter de rug. Ton, toen directeur, vond dat ik op grond daarvan niet tussen kersverse eerstejaarsstudenten kon worden geplaatst en regelde een eigen theoriedocent voor me. Omdat ik voor piano in het vierde jaar was geplaatst, zat ik vanaf dat ogenblik in drie jaren tegelijk: vierdejaars voor piano, tweedejaars voor de administratie en eerstejaars voor theorie.
Ik herinner me dat Ton me eens halverwege een dinsdagochtend belde met de vraag of ik die vrijdagmiddag Dimensies van Jan-Willem van Dormolen zou kunnen opnemen. De bedoeling was om het dan de zondagmiddag erna uit te zenden. Jan-Willem was een compositieleerling van Joep Straesser en ik ha het stuk al twee keer op school uitgevoerd. Vooral het eerste deel was bijzonder lastig en ik zei dan ook dat het alleen maar zou kunnen als ik al mijn andere bezigheden, inclusief mijn theorielessen, zou opschorten. En zo geschiedde.
Ik herinner me ook dat ik met een medestudente, Corien van den Bergh, het complete werk voor twee pianisten van Poulenc instudeerde. En omdat dat niet voldoende was voor twee lunchconcerten, deden we er de Sonate voor twee piano's van Willem Pijper bij. We vroegen Ton of hij ons les wilde geven en dat werd een onvergetelijke combinatie van bekwaamheid en bevlogenheid.
En tenslotte herinner ik me uit die tijd dat ik hem eens 's avonds tegen tienen opbelde en hij me vroeg of ik tegen half één even wilde terugbellen omdat hij nog aan het repeteren was. De combinatie directeur-musicus roept enige nostalgie bij me op – waarmee ik niet meteen zou willen suggereren dat er nu geen goede directeuren meer zijn.
Daarna maakte ik Ton mee als directeur in Amsterdam. Het kwam van tijd tot tijd voor dat we elkaar tegenkwamen op het perron van het Amstelstation. Ton nam altijd een taxi naar de Van Baerlestraat en nodigde me steevast uit naast hem plaats te nemen. Nog vele jaren later overkwam het me, wanneer ik zelf na een vertraagde trein een taxi nam in een poging nog enigszins op tijd te komen, dat, na enige minuten, de taxichauffeur vroeg of ik wist hoe het met die aardige man ging, die altijd zo leuk wist te vertellen.
Uiteindelijk heb ik Ton nog meegemaakt in de tijd dat Doris en ik de vijfde en zesde cd in de serie 'Dutch Cello Sonatas' produceerden. Ik herinner me nog een heel erg gezellig en stevig uitlopend bezoek aan hem en Inge na een zondags lunchconcert in Vredenburg-Leeuwenbergh. Het eerste exemplaar van cd 5 hebben we aan hem aangeboden. En ook bij de presentatie van cd 6 waren Inge en hij aanwezig. Zijn gezondheid liet toen al veel te wensen over.
Nu hij er niet meer is, rest een gevoel van nostalgie en dankbaarheid.