Afgelopen zondag deden we een dagje Noordwijk. Aanvankelijk waren er nogal wat helikopters in de lucht, volgens sommige Noordwijkers brachten die formule 1 coureurs van Huis ter Duin naar het circuit van Zandvoort, waar ze dan zo’n twee uur met veel geraas allemaal rondjes gingen rijden – iets waaraan 70.000 mensen ter plekke en 3.3 miljoen mensen thuis zich zouden gaan vergapen.
Wij gingen naar Museum Noordwijk, gevestigd in een voormalig vissershuisje en naar verluid de oudste bewaarde woning in Noordwijk. Directe aanleiding vormden drie Noordwijkse doeken van Jan H. Wijsmuller (1855-1925) die daar ‘in het echt’ te zien zijn. Het leidde tevens tot een kennismaking met Ludolph Berkemeier (1864-1930), een soort protégé van Wijsmuller die, geboren in Tilburg, zich metterwoon in Noordwijk gevestigd had. Het was een heel leuk museum, met veel te zien ook uit de tijd dat Noordwijk nog een vissersplaatsje was, met veel kennis en liefde toegelicht door de gastvrouw en gastheer.
’s Middags zouden we gaan luisteren naar Klaartje van Veldhoven en Mattijs van de Woerd, die op een landgoed de Boerencantate van J.S. Bach in een soort pandemie-enscenering zouden uitvoeren. Helaas hebben we het landgoed nooit gevonden, waarschijnlijk omdat het adres – in tegenstelling tot wat de organisatie gepubliceerd had – zich niet in Noordwijk maar in Noordwijkerhout bevond.