Vorige week vrijdag was ik al weer in München, dit keer voor een concert in de (uiteraard publiekloze) Herculeszaal door het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks onder leiding van Mirga Gražinytė-Tyla. Ze opende de avond met de tweede symfonie, voor strijkorkest, van Moisei Vainberg. Ik moet eerlijk bekennen dat, toen ik een aantal jaren geleden kennis maakte met een aantal werken van Vainberg, ik niet meteen overtuigd was. Maar Mirga Gražinytė-Tyla gelooft heilig in deze muziek en kent haar tot in alle haarvaten. Het werd een indrukwekkende uitvoering waaraan je niets anders kon dan je volledig overgeven. Zij heeft trouwens een sterke medestander in Gidon Kremer, die naar het schijnt met het Gewandhausorchester onder Daniele Gatti een vlammende uitvoering van het Vioolconcert heeft gegeven – inmiddels te beluisteren op cd.
Als tweede werk ging Mozarts laatste pianoconcert, het meest kamermuzikale, met Francesco Piemontesi als solist. De piano stond zoals hij meestal staat wanneer de pianist*e zelf als dirigent*e optreedt. Mirga stond achter de vleugel, zodat zij Francesco recht in de ogen kon kijken, beide als het ware ingebed door de strijkers die zij rechts en links van haar in haar blikveld had. De blazers zaten achter haar, maar dat (b)leek geen enkel probleem. Het was een uitvoering van een hoge kamermuzikale intensiteit.