Op eerste kerstdag overleed Peter Schreier. Het bericht vervulde me met weemoed. Toen ik me vanaf de jaren 1970 begon te verdiepen in de liedkunst heb ik, zeker voor wat het Duitse liedrepertoire betreft, naar niemand zo veel geluisterd als naar hem. In de kast ligt nog steeds een grote stapel grammofoonplaten uit die tijd. Ik herinner me een ‘Liederabend’ op een zondagmiddag in de grote zaal van het Amsterdamse Concertgebouw (tot mijn schande weet ik niet meer wie als begeleider optrad, misschien Norman Shetler?). Peter Schreier zong voor de pauze een grote Mozart-groep en erna ‘Dichterliebe’. Ik zat ergens rond rij 20 en zag na pakweg twee verzen in het eerste lied hoe alle op het tekstboekje gerichte hoofden min of meer gelijktijdig omhoog gingen en iedereen vervolgens dat boekje langzaam dichtvouwde, De grote zaal metamorfoseerde in een pakkende intimiteit. |